De coronacrisis, de klimaatverandering, de exploderende ongelijkheid, de vernietiging van de biodiversiteit … Het toenemend aantal crisissen drukt ons met onze neus op de feiten: ons handelsverkeer moet anders aanpakt worden. We moeten versneld werk maken van de ecologische en solidaire overgang waar onze samenleving nood aan heeft. Fair trade heeft alle troeven in handen om hieraan bij te dragen.
De klimaatverandering en de huidige gezondheidscrisis luiden de alarmbel: de manier waarop we de mondialisering van de markt hebben georganiseerd met internationale just-in-time waardeketens maakt ons uiterst kwetsbaar en zet de ecosystemen steeds meer onder druk. Om nog maar te zwijgen van de sociale gevolgen, zoals de groeiende ongelijkheid.
Daarom moeten we onze handelsbetrekkingen over een andere boeg gooien. We moeten dringend een deel van de economische activiteit in levensbelangrijke sectoren zoals de gezondheidszorg en de levensmiddelensector herlokaliseren om onze autonomie en weerbaarheid te vergroten. De coronacrisis heeft ons verlies aan soevereiniteit op het vlak van gezondheidszorg pijnlijk in beeld gebracht toen we niet in staat bleken om maskers, medische tests en bepaalde medicijnen te verkrijgen. Dat risico bestaat ook voor onze voeding. We moeten onze gebieden de-specialiseren en een nieuwe voedselsoevereiniteit definiëren, door collectief te beslissen hoe we ons voedsel willen produceren en op de markt brengen[1]. Het feit dat de korte ketens tijdens de coronaviruscrisis in de lift zaten is in dit opzicht uitstekend nieuws. De korte ketens benaderen de kritieke omvang, waardoor economische netwerken tussen producenten, distributeurs en consumenten mogelijk worden, onder andere binnen de voedselgordels rond de steden. Het is echter net zo belangrijk om de toeleveringsketens voor zogenaamde niet-vervangbare grondstoffen – die bij ons niet kunnen worden geproduceerd – zoals koffie, cacao of bananen, duurzaam en eerlijk te maken.
In feite zijn deze dramatische gebeurtenissen een kans om de overgang te maken die onze samenlevingen nodig hebben: een ecologische, solidaire transitie. En fair trade heeft alles in zijn mars om een belangrijke speler te zijn van een meer verantwoorde consumptie, van een economie die de ongelijkheden verkleint in plaats van ze te vergroten, en van biologische, agro-ecologische productiemethoden als onderdeel van een circulaire economie.
Sociale ondernemingen
Sociale ondernemingen staan centraal in de eerlijke handel. De meeste van hen zijn coöperaties die eigendom zijn van en beheerd worden door producenten, ambachtslieden of ondernemingen waarvan de statuten eerder een sociaal en/of ecologisch doel nastreven in plaats van winstmaximalisatie.
Wanneer ze bevrijd zijn van de verplichting om grote winsten te genereren voor de aandeelhouders hebben deze ondernemingen meer ruimte om:
- de producenten en ambachtslieden beter te belonen. Er wordt niet voortdurend van leverancier veranderd om de kosten te drukken en de winstmarges te maximaliseren. Op die manier worden waarde en macht binnen de ketens beter verdeeld en worden ongelijkheden bestreden.
- te investeren in het bedrijf door nieuwe producten en nieuwe productiemethoden te ontwikkelen en nieuwe markten aan te boren.
- werkwijzen en productiemethoden te ontwikkelen die gericht zijn op het minimaliseren van de gevolgen voor het milieu en het bevorderen van een circulaire economie, agro-ecologische praktijken. Dit in tegenstelling tot bedrijven die gericht zijn op winstmaximalisatie en die investeringen in duurzaamheid alleen kunnen rechtvaardigen als ze het rendement verhogen.
- zich te vestigen op plaatsen waar andere bedrijven dat niet doen, in afgelegen gebieden die moeilijker toegankelijk zijn (door gebrek aan infrastructuur, conflicten, enz.) en/of door zich te richten tot gemarginaliseerde gemeenschappen. Deze ondernemingen zijn dan volop motoren van sociale vooruitgang.[2]
Een handelssysteem ten dienste van ecologische en sociale transitie
Fair trade ondersteunt deze sociale ondernemingen, meer bepaald door een prijs te betalen die de productiekosten dekt (inclusief een deel van de sociale en milieukosten die over het algemeen worden afgewenteld op de maatschappij) met daarbovenop nog een ontwikkelingspremie. Fair trade zorgt indien nodig voor prefinanciering van bestellingen en gaat een commerciële verbintenis aan op lange termijn. Daardoor worden de risico’s tussen de schakels van de waardeketen beter gespreid en kunnen de producenten hun ontwikkeling beter plannen. Dit alles gaat gepaard met de traceerbaarheid van de producten. Dat is essentieel om de aanpak geloofwaardig te maken, vooral bij de consument (dit is onder meer de rol van de labels).
Fair trade gaat de lokale toer op
Fair trade is een beweging die voortdurend op zoek is naar samenhang, met verschillende dynamieken die spelen. Eén daarvan is een belangrijke: eerlijke handel is lange tijd beperkt gebleven tot de Zuid-Noord-solidariteitshandel maar heeft zich ondertussen opengesteld voor de lokale handel. Eerst in de landen van het Zuiden, zoals in Mexico, India, Zuid-Afrika, Kenia en Ecuador. Brazilië is zelfs zo ver gegaan dat het een wet in die richting heeft afgekondigd. Vervolgens in de Europese landen om een duurzaam landbouwmodel te verkrijgen dat het sociale weefsel versterkt. In België zagen verschillende initiatieven het licht: het label ‘Prix juste producteur’, Fairebel-melk en het ‘Biogarantie Belgium’-label, dat bepaalde fairtradecriteria opneemt. Meer historische fairtradeactoren zoals Miel Maya-honing, Oxfam, Ethiquable … hebben ook bepaalde actoren en lokale producten geïntegreerd.[3]
Boerenlandbouw, biologische en agro-ecologische landbouw
Door te herlokaliseren slaat een bepaalde vorm van eerlijke handel een brug tussen de boerenlandbouw in het Noorden en het Zuiden, voor meer voedselsoevereiniteit aan beide kanten. De boerenlandbouw is in de eerste plaats familiale landbouw, waarbij de boerderijen worden beheerd door gezinnen. Volgens de FAO zijn deze familiale boeren de hoeders van een knowhow die perfect is aangepast aan de plaatselijke ecologie en de capaciteiten van het land.[4]
Wanneer de boeren agro-ecologische technieken toepassen, creëren ze gediversifieerde landbouwecosystemen met vele verscheidene gewassen, of het nu gaat om tuinbouw- of marktgewassen. Schaduwbomen worden gebruikt op de hoogste laag, middelgrote bomen zoals koffiestruiken op een tussenlaag en bijvoorbeeld voedselgewassen op de grond. Deze gediversifieerde agro-ecosystemen maken “intensief gebruik van hernieuwbare of overvloedige natuurlijke hulpbronnen (zonne-energie voor fotosynthese, koolstof uit de atmosfeer voor het aanmaken van suikers en vetstoffen, stikstof uit de lucht voor het aanmaken van eiwitten, enz.).”[5] De agro-ecologie legt ook de nadruk op natuurlijke bemesting. Ze gebruikt dierlijke mest en compostering in plaats van chemische inputs zoals synthetische stikstofmeststoffen, die hoge niveaus van stikstofprotoxiden uitstoten en veel fossiele energie opslokken.
Agro-ecologie is met name geschikt voor kleine producenten die het aantal gewassen op een klein oppervlak kunnen maximaliseren. Ze creëert ook landbouwsystemen die beter bestand zijn tegen klimaatverandering, in tegenstelling tot de industriële landbouw die de ecosystemen te veel vereenvoudigd en verzwakt heeft.
De combinatie van boerenlandbouw en agro-ecologie vormt een “landbouwmodel dat beantwoordt aan de uitdagingen van de 21e eeuw op sociaal en milieugebied[6] door het creëren van echte relaties tussen de grond en de mensen die er op wonen. Landbouwkundig ingenieur Mathieu Cassez: “Het industriële model is dan wel ‘eigentijds’, maar het is zeker niet ‘modern’ in de zin dat het zou voldoen aan de huidige en toekomstige behoeften.”[7]
Fair trade en circulaire economie
Agro-ecologie is één vorm van circulaire economie. Maar er zijn ook andere vormen die steeds meer door de fairtradebeweging worden opgepikt, zoals upcycling of recycling. Die bestaan uit het geven van een nieuw, kwalitatief beter leven aan een voorwerp of materiaal.
Dat is het geval bij Prokritree in Bangladesh, dat sari’s, papier en katoen van modefabrieken inzamelt en recycleert om er hoogwaardige fairtradetassen en -manden van te maken. Of Chako in Tanzania, dat afval van hotels, resorts en toeristische bedrijven in Zanzibar gebruikt om verlichting en andere interieurproducten te creëren.[8]
De macht van het consumentengedrag
Dankzij deze meer lonende prijzen, de ontwikkelingspremies, de partnerschappen met sociale ondernemingen waarvan de leden steeds meer een circulaire, agro-ecologische economie beoefenen, maakt eerlijke handel deel uit van een toekomst waar we naartoe willen.
Door fairtradeproducten te kopen, hebben we de macht in handen om de levensomstandigheden van producenten, ambachtslieden en arbeiders aan de andere kant van de planeet, maar ook dichter bij ons, te veranderen. Door onze boodschappentas te vullen met fairtradeproducten kunnen wij ons steentje bijdragen, keuzes maken en een duidelijke boodschap meegeven. Met onze keuze voor fair trade geven wij een duidelijk signaal aan warenhuizen, merken en bedrijven, namelijk dat wij weigeren medeplichtig te zijn aan vormen van handel die de mensheid en de ecosystemen aantasten.
Samuel Poos
Coordinator Trade for Development Centre
De ideeën die in dit artikel worden geuit, vallen uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de auteur. Zij vertegenwoordigen niet noodzakelijk die van Enabel (het Belgisch Ontwikkelingsagentschap) of de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.
Foto: E. De Mildt – Tighanimine, coöperatie van fairtrade-arganolie in Marokko.
Bronnen
[1] Didier Reynders, Europees Commissaris van Justitie: “De coronacrisis heeft de kwetsbaarheid van onze economie en de ongereguleerde wereldwijde bevoorradingsketens op pijnlijke wijze aan het licht gebracht. Velen zijn van mening dat we onze toeleveringsketens en onze afhankelijkheid van derde landen voor bepaalde belangrijke producten opnieuw moeten bekijken.” Dat bracht hij op 29 april 2020 tot uitdrukking tijdens een webinar over due diligence georganiseerd door de werkgroep van het Europees Parlement over de verantwoordelijkheden van de bedrijven.
In zijn toespraak tot de Franse natie op 12 maart 2020 ging president Emmanuel Macron heel ver en zei: “Wat deze pandemie ons geleerd heeft, is dat er goederen en diensten zijn die buiten de wetten van de markt moeten worden geplaatst. Ons voedsel, onze bescherming, onze leefomgeving aan anderen delegeren is waanzin. We moeten deze weer onder eigen controle krijgen.”
[2] Zie hierover het rapport Creating the New Economy – Business models that put people and planet first van de World Fair Trade Organization (WFTO), Traidcraft Exchange, York University en Cambridge University.
[3] Zie in dit verband het artikel van het Trade for Development Centre, Commerce équitable et agriculteurs belges, européens en het interview met Dominique Jacques, voorzitter van de Nationale Unie van Belgische Agrobiologen (UNAB), over het label Biogarantie Belgium.
[4] FAO, Family Farmers: feeding the world, caring for the earth, 2014.
[5] Marc Dufumier, Commerce équitable et agro-écologie, artikel gepubliceerd in 2016 op de website van Bio Consom’acteurs.
[6] Laurent Garrouste, Laurence Lyonnais, Roxanne Mitralias (coord.) Pistes pour une agriculture écologique et sociale, Editions Syllepse, 2014. Introduction.
[7] Matthieu Cassez, Il était une fois le productivisme agricole…sortir de la fatalité, in Pistes pour une agriculture écologique et sociale, Laurent Garrouste, Laurence Lyonnais, Roxanne Mitralias (coord.), éditions Syllepse, 2014.
[8] World Fair Trade Organization, People and Planet Initiative launched to combine Fair Trade with circular economy.