Fair & ethical fashion: kleding met aandacht voor impact

De laatste jaren zijn fair fashion en ethische mode duidelijk in opmars. Eerlijker, ecologischer en ook bewuster kleding kopen – weg van de wegwerpmode – spreekt steeds meer consumenten aan.

Nood aan een andere modesector: waarom?

In het kort: de conventionele modesector, of fast fashion, schaadt het milieu en de mensen die de kleren produceren.

Hoe zijn de mensenrechten in gevaar?

  • De arbeiders die onze kledingstukken in elkaar stikken, verdienen vaak geen leefbaar inkomen, terwijl dat een mensenrecht is. Ze verdienen te weinig om met hun gezin van te leven. Maar 4% van de 250 merken die Fashion Revolution recent screende in zijn jaarlijkse Fashion Transparancy Index, kan aantonen dat alle arbeiders in hun handelsketen een leefbaar inkomen verdienen.
  • De meerderheid van de mensen in de kledingproductie werken in onmenswaardige arbeidsomstandigheden: gevaarlijke situaties (bv. onveilige machines, giftige stoffen), werkdagen van 12 uur, systematisch overwerk, een verbod op vakbonden … 

Welke schade aan het milieu veroorzaakt de modesector?

  • Watervervuiling: 20% van de globale watervervuiling komt van het verven en afwerken van mode-items en door het wassen van synthetische kledij komt er jaarlijks een half ton microplastics in de oceanen terecht. (bron)
  • Uitstoot: de sector veroorzaakt 10% van de jaarlijkse globale broeikasgasuitstoot.  (bron)
  • Afvalberg: 87% van het afgedankte textiel – waaronder ook gloednieuwe, onverkochte kleren van bekende merken – eindigt in de verbrandingsoven of op een stortplaats. De gemiddelde Europeaan gooit bijna de helft weg van het textiel dat hij jaarlijks gebruikt. België hoort binnen Europa tot de top 5 van de grootste vervuilers op dit vlak. (bron

Tegelijk blijkt uit dezelfde opiniepeiling dat de Belg het belangrijk vindt dat een kledingstuk lang meegaat. Hieraan hechten we evenveel belang als aan het respecteren van de mensenrechten. 

Fair fashion Gent

De gevolgen van fast fashion in cijfers

Arbeiders

  • Voor een t-shirt dat in onze winkels €29 kost, krijgt de persoon die het in elkaar gestikt heeft ongeveer 18 eurocent, of 0,6%. (bron)
  • In Bangladesh verdient een arbeider in de kledingindustrie drie tot vier keer minder dan wat nodig is om waardig te leven. (bron)
  • 70% van de geproduceerde synthetische kleurstoffen voor textiel is azoverf. Dit verftype kan het risico op kanker verhogen en huid- en oogirritatie veroorzaken, zowel bij de mensen die de kleding produceren als bij de consument. (bron
  • Een kleine helft van de in 2022 door Fashion Revolution onderzochte merken is open over wie hun rechtstreekse leveranciers zijn. Met wie die op hun beurt samenwerken, blijft meestal onduidelijk. (bron)

Afval

  • De mode-industrie zorgt voor meer dan 92 miljoen ton afval per jaar. (bron)
  • 87% van de kleren eindigt op stortplaatsen of wordt verbrand. (bron). Nauwelijks 15% wordt apart ingezameld om te recycleren, van minder dan 1% worden nieuwe kleren gemaakt. De rest wordt gedowncycled tot bv. isolatiemateriaal, schoonmaakdoeken en matrassenvulling. (bron)
  • 6,5% van de kleding bleef in 2015 in Nederland onverkocht. (bron)
  • Ongeveer 52% van de vezels voor kleding bestaat uit polyester. Een groot deel daarvan komt uiteindelijk als microplastics in de zeeën of de bodem terecht. 35% van alle microplastics komt uit synthetische stoffen (en bijna alle kleding bevat synthetisch materiaal). (bron)
  • 15 tot 20% van het textiel gaat al verloren bij het versnijden van de stof. (bron)

Broeikasgassen

  • 8 tot 10 % van alle broeikasgassen zijn te wijten aan de mode-industrie, dat is meer dan de lucht- en scheepvaart samen. (bron)
  • 60% van de kledij wordt ver van hier geproduceerd, het transport zorgt dus voor een groot deel van de uitstoot. (bron)

Waterverbruik en -vervuiling

  • Jaarlijks verbruikt de mode-industrie 79 biljoen liter water. (bron)
  • Om katoen voor 1 t-shirt te produceren is 2700 liter water nodig (bron).
  • De productie van een jeansbroek vereist 1 kg katoen, 5 tot 10.000 liter water, 75 g pesticiden en 2 kg kunstmest. (bron)
  • De textielindustrie is verantwoordelijk voor 20% van de industriële watervervuiling. Naast zware metalen en chemicaliën loost ze jaarlijks 40.000 à 50.000 ton verf in rivieren en zeeën. (bron

Bronnen: Fashion Revolution, Close the loop, Poverty wages, COSH!, Textile Exchange,  Debbie Moorhouse (Making Fashion Sustainable: Waste and Collective Responsibility), Kirsi Niinimäki et al. (The environmental price of fast fashion), Clean Clothes Campaign (Out of the shadows, Un(der)paid in the pandemic).

Ethical fashion: wat betekent dat?

Steeds meer consumenten gaan op zoek naar verantwoorde kleren. Daarbij kijken ze naar de productie van hun kleding én naar hun eigen manier van consumeren. De filosofie bestaat uit 4 R’en: reduce, reuse, repair en resale. 

Minder verspillen, kiezen voor duurzame en hernieuwbare grondstoffen, hergebruik van materialen … Ook de modesector speelt een rol in de algemene transitie naar duurzaamheid. Ze evolueert voortdurend en zo interageert fair trade met andere dynamieken, zoals tweedehands, upcycling, recycleren en hergebruiken.

Tegelijkertijd duiken ook valkuilen op. Greenwashing loert om de hoek. Sommige retailketens wakkeren met communicatie en acties rond hun – vaak beperkt aantal – duurzame producten vooral de consumptiedrang van de consument aan. De Jevons paradox, heet dit.

Cruciaal is daarom dat het bewustzijn groeit over hoe de modesector in elkaar zit. Welke complexe keten zit achter een nieuw T-shirt? Hoeveel CO2 blaast die jeansbroek in de lucht? Waar eindigen de tonnen en tonnen kledingstukken die na de Black Friday nog overblijven? En wat met het transport van al die spullen, die om sneller te kunnen leveren steeds vaker per vliegtuig dan per schip naar hier komen? 

Wie ethisch mode wil consumeren, zonder zich een weg te banen door stapels onderzoek, kan de Buyerarchy of needs’ in het achterhoofd houden. De Canadese illustrator Sarah Lazarovic bedacht die naar analogie met naar de ‘Hierarchy of needs’ van psycholoog Abraham Maslow en haar ‘Buyerarchy’ duikt wereldwijd op. 

Het principe?

  • Gebruik eerst wat je hebt. Door een kledingstuk langer te dragen, haal je de ‘cost per wear’ naar beneden. Vaker hetzelfde dragen, neutraliseert zowel de kostprijs voor de consument als de impact op het milieu en de textielarbeiders. 
  • Leen, deel, upcycle, ruil of repareer.
  • Koop tweedehands.
  • Koop pas iets nieuws als al het andere geen optie is.

Het mag duidelijk zijn: ethische mode omvat een waaier aan luiken. We zetten de kern ervan hier op een rij.

Slow fashion

Slow fashion vloeit voort uit het besef dat het systeem van ‘wegwerpmode’ niet langer houdbaar is. Kleren zijn het product van een onduidelijke handelsketen, waar de arbeiders aan de bron te vaak als wegwerpwerknemers behandeld worden en die de milieu-impact negeert.

Naast belangenorganisaties en consumenten mengen de laatste jaren ook mode-ontwerpers, (kleine) retailers en textielbedrijven zich in dit debat. Ook voor hen is de ratrace niet langer houdbaar. 

Race to the bottom

Nadat op 24 april 2013 in een industriële buitenwijk van Dhaka de zes verdiepingen van het Rana Plazacomplex instortten, werden tussen stapels kleren voor de Europese en Amerikaanse markt 1138 Bengaalse arbeiders dood aangetroffen. Maar veel meer dan een foute bouwconstructie legde de ramp de race to the bottom in de textielsector bloot. Met als triest hoogtepunt T-shirts van 2 euro bij prijsbrekers in de winkelstraten van onze steden.

Vandaag is kledij een geglobaliseerd product, in elkaar gestikt waar de lonen het laagst zijn en een werkende vakbond geweerd wordt. De keten is uiterst complex met heel veel schakels, vaak ook in informele circuits, met niet-gereglementeerd thuiswerk of productie in illegale ateliers.

Terwijl de winsten van de kledingindustrie en de distributiesector in de miljarden loopt, verdienen de meeste textielarbeiders nauwelijks enkele euro’s per dag, waardoor ze gevangen zitten in een vicieuze cirkel van armoede. Een ‘normale’ werkdag van 10 à 12 uur wordt op piekmomenten niet zelden een marathon van 16 tot 18 uur. Gezondheidsklachten zijn legio.

Made in China is ongetwijfeld het bekendste label in onze kledij. Maar de economische groei heeft daar intussen gezorgd voor langzaam stijgende lonen, waardoor ook het grootste exportland te maken krijgt met arbeid die naar andere landen verschuift. Aangezien het stikken en naaien hoofdzakelijk uit repetitieve handenarbeid bestaat, gaat dat herlokaliseren vrij makkelijk. De goedkoopste en snelste handen kunnen vandaag Cambodjaans of Birmees zijn. Maar het zou fout zijn om lage lonen en slechte arbeidsomstandigheden louter als een Aziatisch probleem te beschouwen. Heel wat rapporten van de Clean Clothes Campaign hebben aangetoond hoe bedrijven Oost-Europa gebruiken als een achtertuin vol goedkope naaisters.

De kledingindustrie schuift de zwarte piet vaak door naar de overheid, die voor hogere wettelijke minimumlonen moet zorgen. Overheden aarzelen omdat ze hun concurrentiepositie niet in gevaar willen brengen. En de meeste arbeiders zwijgen omdat ze instant vervangbaar zijn.

Slow fashion: tegenreactie met vele gezichten

De slow fashionbeweging ontstond als tegenreactie op het dominante model van fast fashion in onze klassieke winkelstraten. De meerderheid van onze kleding wordt vandaag zo snel en goedkoop mogelijk gemaakt om ze aan een zo laag mogelijke prijs te verkopen. De ene collectie volgt in sneltempo de andere op. Naar de ecologische of sociale impact wordt nauwelijks gekeken.

Slow fashion heeft een heel ander vertrekpunt: het wil mode en plezier linken aan bewustzijn en verantwoordelijkheid. De term werd in het leven geroepen door Kate Fletcher, professor aan de University of Arts in Londen, activiste en auteur van meerdere boeken over duurzame kleding, design en materialen. Slow fashion is een erg ruim en allesomvattend begrip waarbij mens en milieu centraal staan in de lange keten van grondstof tot afgewerkt product. Traceerbaarheid is een kernelement: weten waar een kledingstuk vandaan komt is een eerste stap om overal in de complexe keten op zoek te kunnen gaan naar ethische en verantwoorde oplossingen.

Slow fashion staat voor verantwoord produceren. Daarom wordt in de eerste plaats gekeken naar materialen met een lage ecologische impact, zoals biokatoen, hennep, bamboe of gerecycleerde stoffen. Ook verderop in de keten zijn er veel stappen om bij stil te staan: verven zonder giftige stoffen, wassen zonder waterverspilling, printen met ecologische inkt, … Belangrijk is dat alle betrokkenen, van de katoenboer tot de naaister, op een gezonde en veilige manier kunnen werken en correct worden verloond.

Slow fashion staat echter ook voor bewust consumeren. Concepten als fair trade, tweedehands, swishing (kledingruil), delen, recycleren of herstellen hebben dus allemaal hun plaats binnen deze beweging. Slow fashionistas staan eerst stil bij hun kleerkast en vermijden onnodige aankopen. Er is een eenvoudig devies: ‘Buy less, choose well!’ Of om het met 4 R’en te zeggen: reduce, reuse, repair, resale

Aan kwaliteitsvolle kleding waarin veel waardig werk is gekropen, hangt uiteraard een hoger prijskaartje. Maar als consument moet je de vraag stellen wat de ‘cost per wear’ is van een kledingstuk. De aankoopprijs ligt misschien hoger, maar het stuk zal langer meegaan en je zal het vaker dragen. Bereken je de kost per keer dat je iets draagt, dan zal je verbaasd zijn dat slow fashion niet noodzakelijk duurder is dan fast fashion.

Fairtrademode

Niet elk textielmerk dat zich ‘fair’ of ‘eerlijk’ noemt, is ook fairtradegecertificeerd. Welke oplossingen biedt dit label voor de vele uitdagingen in de fashion-sector? 

In het kort is het zo dat een consument die een gecertificeerd fairtradeproduct koopt, erop kan vertrouwen dat de productie- en handelsketen ervan voldoet aan een reeks sociale, economische en ecologische criteria. De focus ligt er op het mogelijk maken van duurzame ontwikkeling van de producenten en boeren aan de basis. Denk maar aan eisen over o.a. de minimumprijs of het minimumloon, de arbeidsomstandigheden en het uitbannen van kinderarbeid.

De manier waarop onafhankelijke certificeringsorganisaties dit controleren, verschilt. Voor textiel zijn Fairtrade en WFTO de belangrijkste:

Natuurlijk komt een volledig eerlijke keten er pas als alle betrokkenen hun steentje bijdragen. Daar zet Fairtrade bijvoorbeeld op in met het Fairtrade Textile Programme. Daarmee betrekt het modebedrijven, hun leveranciers en fabrieken bij het vergroten van het welzijn van de arbeiders aan het begin van de keten. 

Ecologische mode: recycleren en upcycling

Fast fashion-merken combineren bijna altijd verschillende materialen in één kledingstuk. Dat maakt ze bijna onmogelijk te recycleren. Gevolg? Van nauwelijks 1 procent van de afgedankte kledij kan nieuwe kleding gemaakt worden. De rest van de ingezamelde kleren worden tot minderwaardige producten gerecycleerd of alsnog verbrand of gestort.

Ecologische shoppers gaan dan ook op zoek naar stukken uit één materiaal. En dan liefst een duurzame, natuurlijke stof, lees: zonder plastic. Polyester, acryl, lycra, nylon, spandex, polyester fleece, elasthaan en polyamide zijn allemaal afgeleiden van olie en veroorzaken schade aan het milieu. Addertje onder het gras: hoewel ‘gerecycleerd polyester’ duurzaam klinkt, brengt het minstens evenveel microplastics in de oceanen en de bodem. 

Het lineaire economische model, waarbij producten aan het einde van hun levensduur weggegooid worden, gaat bij ethical fashion dus op de schop. Het maakt plaats voor circulaire mode: met respect voor de natuur en de mensen worden de levensduur van grondstoffen, materialen en producten zo veel mogelijk verlengd. 

Hierin passen initiatieven als Fixing Fashion, een Nederlands initiatief dat consumenten aanleert om van oude kleren nieuwe, originele stuks te maken. Ook in België staan merken op die creatief zijn met textiel dat bijna de afvalberg op ging: Studio AMA werkt met stofresten van textielfabrieken, Upcycled by HAA maakt kinderkleren van lakens en jeans uit de kringloopwinkel en Mr. Manchette verwerkt de reststoffen van zijn herenhemden tot onder andere dekbedovertrekken.

Lokaal geproduceerd

Lokaal kopen is nog een andere manier om duurzamer te consumeren. En ook dat kan op verschillende manieren. Veel kledingmerken laten hun stukken in eigen land of minstens in Europa in elkaar stikken. Sommige werken met in Europa geteelde grondstoffen. Linnen is daarbij de koploper, maar ook hennep zit in een revival.

Linnen wordt gemaakt van vlas, een van de weinige textielvezels die nog op grote schaal in West-Europa worden geteeld. Zowel de teelt als de verwerking van vlas vragen weinig water- en energieverbruik, 5 tot 20 keer minder dan bij de productie van andere stof. Linnen is bovendien sterk, zacht voor de huid en biologisch afbreekbaar. Het Belgische kledingmerk Ida & Volta gebruikt Belgisch linnen van het West-Vlaamse Libeco in zijn kleren. 

Hennep komt vandaag vooral uit China, dat goed is voor 70% van de wereldwijde productie. Maar wereldwijd, ook in Europa, wordt het gewas steeds vaker opnieuw geïntroduceerd. Een onderzoek van de HoGent toont dat het ook bij ons potentieel heeft. Het gewas vraagt nauwelijks pesticiden en heeft beduidend minder oppervlakte en water nodig dan katoen. En het groeit perfect in de heter wordende Belgische zomers. 

Ook de Belgische verwerkende industrie (weverijen e.d.) heeft interesse, want de verwerking van hennep lijkt op die van vlas. Het is dus een interessante piste om in te pikken op de vraag van ontwerpers en consumenten naar lokaal duurzaam textiel. 

De Nederlandse groothandel van ecologisch textiel Ecotex gelooft alvast in de heropleving van hennep. Het biedt een ruim assortiment in Europa geproduceerde stoffen van Europees hennep aan. 

Ondanks de groeiende interesse voor lokale grondstoffen, zijn er op vandaag nog veel meer merken die kiezen voor lokale productie met (duurzame) stoffen uit andere regio’s. Zo gaan Europese ateliers aan de slag voor bijvoorbeeld de Belgische brands HNST, Mr. Manchette, Wolvis, en Zokkn.

Het kleinschalige Belgische streetwear-merk Ornament is fan van hennep en gebruikt geen andere stoffen. Voorlopig werkt het bedrijf, dat overigens lid is van de Fair Wear Foundation, nog met een Chinese leverancier van biologische stoffen. 

Trendy tweedehands

Tweedehandskledij kopen is anno 2022 helemaal uit het verdomhoekje ontsnapt. Volgens een rapport van Thredup en GlobalData staat de tweedehandsmarkt voor een spectaculaire boom en zal die tegen 2026 3 keer sneller groeien dan de globale kledingmarkt. 

In tweedehandswinkels, op apps als Vinted of ruilevents vind je dan ook moeiteloos unieke stukken voor lage prijzen – of zelfs gratis, in ruil voor een ander stuk. 

Op deze manier belandt minder kledij op de afvalberg. Wist je dat 100 tweedehands kledingstukken de productie van 60 tot 85 nieuwe stuks voorkomen? Zo levert de aankoop van elk tweedehands kledingstuk een besparing op van gemiddeld 22 kg CO2, zelfs als je de uitstoot van het transport meerekent. 

Opvallend:

  • Vooral jongeren zorgen voor de groeiende populariteit van tweedehandskleren: 60% van de kopers is jonger dan 40. Zij lijken vooral de lage prijzen een pluspunt te vinden.
  • Ook grote moderetailers experimenteren met tweedehands. Zo bieden Zeb, H&M, Zalando en Decathlon ondertussen ook de mogelijkheid om via hun kanalen gebruikte kledij te kopen en verkopen. Soms rijzen er vragen bij hun drijfveren, wanneer ze mensen die een gebruikt kledingstuk inleveren met een kortingbon aanzetten om een nieuw fast fashion-stuk te kopen. 

Tweedehands shoppen is duurzaam omdat je er een kledingstuk een tweede leven mee geeft. Zo vermindert sowieso de negatieve impact ervan. Maar ook hierbij hoort een kanttekening. Jasmien Wynants, expert sustainable fashion bij Flanders DC, zegt in Weekend Knack: “Als het een excuus is om gewoon iets te kopen, één keer te dragen, en door te verkopen, dan kan je vragen stellen bij de duurzaamheid in zijn totaliteit.” Kritisch blijven is dus de boodschap.

Kleren ruilen, ten slotte, is nóg goedkoper dan tweedehands kopen. Het kost je alleen maar de kleren die je toch al niet meer draagt. En het is nog gezellig ook! Wie wil kennismaken met kledingruil, kan terecht bij de professionele kledingswappers van Swishing

Lenen en huren

Een outfit huren doe je vandaag niet meer alleen wanneer je op een verkleedfeestje als paashaas of clown wilt verschijnen. Ook dagelijkse kledij huren of ontlenen zit in de lift, al staat het in ons land nog in zijn kinderschoenen.

Uit ‘Modemonitor’, een eerder dit jaar gepubliceerd onderzoek van Thomas Moore Hogeschool blijkt dat momenteel maar één op de tien ondervraagden een een abonnement bij een kledingbibliotheek overweegt. In Nederland zijn kledingbibliotheken en verhuurplatformen al beter ingeburgerd, maar het blijft afwachten of ons land volgt. 

Nochtans is een kledingbibliotheek een interessante manier om vaker iets nieuws te kunnen dragen en tegelijk kledingstukken langer te gebruiken. De twee Belgische spelers, Dressr en Jukebox Clothes, geloven alvast rotsvast in het model. 

Duurzaamheidsclaims bij grote merken

Grote kledingketens en bekende merken springen steeds vaker en uitgebreider op de ethical fashion-kar. Maar vaak gaat het om holle claims die ze niet hard kunnen maken. Greenwashing en social washing loeren ook in de fashionwereld om de hoek.

Wat is greenwashing?

We spreken van greenwashing of social washing wanneer een bedrijf respectievelijk een ecologisch of sociaal verantwoord imago ophangt, terwijl het in werkelijkheid onvoldoende actie onderneemt op die vlakken. Hét achterliggende doel blijft: verkopen.

Consumenten shoppen vanuit hun waarden. Ze kopen merken die net als zijzelf belang hechten aan het milieu, eerlijke prijzen, gendergelijkheid, anti-racisme, … Merken die aan greenwashing, social washing of zelfs ‘woke-washing’ doen, spelen daarop in met hun communicatie, maar lang niet altijd met hun bedrijfspolitiek. Vaak investeert zo’n bedrijf meer tijd en middelen in de marketing over zijn duurzame initiatieven dan in die initiatieven zelf. Of gaat het om één concreet ethisch project waarvan de groene schijn afstraalt op het volledige merk en zijn onduurzame aspecten verbloemt.

Bangladesh Accord on Fire and Building Safety geeft goede voorbeeld

In augustus 2021 ondertekenden ruim 200 toonaangevende kledingmerken het hernieuwde Bangladesh-akkoord. Zij kunnen op basis van dit akkoord vervolgd worden als zij, of hun toeleveranciers, de veiligheid voor werknemers niet garanderen.  

Eerder dit jaar sprak de directrice van het Bangladesh Center for Worker Solidarity, Kalpona Akter, hierover het Belgische federale parlement toe. Zij wees onze politici op de kracht van transparantie over de hele toeleveringsketen en verantwoordingsplicht voor bedrijven. Ook hamerde ze op de noodzaak aan afdwingbare wetgeving.

De ondertekenaars van het Bangladesh-akkoord nemen zich alvast voor om de afspraken uit te breiden naar andere landen. Het kritische COSH! hoopt dat die uitbreiding er snel komt en wijst consumenten erop dat bedrijven die zich engageren in Bangladesh niet per se hun verantwoordelijkheid nemen in andere landen. “Volgens onze mening mogen merken niet over dit initiatief communiceren wanneer ze doorgaan met negatief handelen in andere landen. Dat zou consumenten misleiden,” klinkt het.

Kritische stemmen over Primark

Toen prijsvechter Primark vorig jaar breed aankondigde dat het voortaan inzet op duurzaamheid, klonken meteen kritische stemmen. Waarom? Om duurzamer te worden, gebruikt Primark bijvoorbeeld minder water en pesticiden bij zijn katoenproductie. Maar echt duurzaam worden de kleren daarmee nog lang niet, het Primark-katoen blijft mijlenver verwijderd van de standaarden voor biokatoen. En zo vallen er veel kanttekeningen te maken bij het engagement van de keten.

Ondanks Primarks boodschap dat het duurzaamheid toegankelijk wil maken voor iedereen, vinden critici dat het vooral inspeelt op de groene marketingtrend. Dat Primark net voor de lancering van deze campagne – veel later dan de andere ondertekenaars – het Bangladesh-akkoord ondertekende, is wellicht ook geen toeval.

H&M voor de rechter voor greenwashing

Ook H&M krijgt al jaren kritiek op zijn Concious-lijn. In Nederland besmeurden activisten van Extinction Rebellion in 2020 een filiaal om die reden.

Recent werd de keten hiervoor zelfs voor de rechter gedaagd. In juli van dit jaar legde de Amerikaanse Chelsea Commodore een officiële klacht neer wegens greenwashing. “Het doel van H&M’s marketing is producten te verkopen die het groeiende segment milieubewuste consumenten aanspreken, maar H&M doet dit op een misleidende en bedrieglijke manier,” luidt het. H&M zou op zijn website onder andere foutieve cijfers over de duurzaamheid van de kleding in de Concious-lijn hebben gepubliceerd, maar verwijderde die na de aanklacht.

Nieuwe barometer ‘Belgen en fair trade’

Het Trade for Development Centre van Enabel publiceerde zopas zijn tweejaarlijkse barometer over fair trade. Dit rapport baseert zich op een uitgebreide enquête en geeft een zicht op de mate waarin eerlijke handel in België bekend is en op de mening en het gedrag van de Belgen op dat vlak. 

Wat blijkt hieruit op het vlak van kleding en textiel? Voor de Belg blijft ook in 2022 de prijs het meest bepalende criterium om een kledingstuk te kopen. Al zien we dat dit aspect minder doorweegt dan voorheen: 32% noemt de prijs het belangrijkste aspect, in 2020 was dit nog 40%. 

Naast de prijs bekijken consumenten hoe lang een product meegaat (22%) en of het geproduceerd is met respect voor de mensenrechten (19%). Dit laatste punt wint aan belang: 7% meer mensen dan in 2020 noemen het een van de belangrijkste keuzecriteria bij de aankoop van kledij en textiel.  

Aansluitend daarbij blijkt uit de recentste Opiniepeiling Verantwoorde Consumptie van Enabel (2021) dat ruim acht op de tien burgers voorstander zijn van wetgeving die bedrijven verplicht maatregelen te nemen die de schending van de mensenrechten en milieuschade moet voorkomen (zorgplicht of due diligence). 

Een lichtpuntje op dit vlak is de bindende overeenkomst die toonaangevende internationale kledingmerken een jaar geleden tekenden over de bescherming van textielarbeiders in Bangladesh.

Ethische mode op het werk, op school, tijdens het sporten …

Het aanbod ethische kleren, schoenen en mode-accessoires groeit elke dag. Bovendien wijkt het steeds verder af van het geitenwollensokkenstigma dat lang aan duurzame kledij kleefde. Een greep uit het enorme aanbod. 

Kleren

Naast alle mogelijke stijlen voor elke dag, vind je ook ethische varianten te over voor feestkledij, kinderkledij, zwangerschapskledij, sportkledij, lingerie, werkkledij, promotionele kledij … 

Enkele voorbeelden van Belgische merken:

  • sportkledij: Pure by Luce, Recto Verso, MOOV360
  • promotionele kleren: ACP, Stanley/Stella
  • lingerie en ondergoed: Ophelia, La Fille D’O, Maï & Kaï 
  • kinderkledij: Froy & Dind, Mundo Melocotón
  • accessoires: Wolvis, Solid, Be the fibre

Schoenen

De markt van duurzame (ecologische en/of eerlijke) schoenen groeit jaar na jaar. Zeker voor sneakers vind je steeds meer verantwoorde alternatieven.

Ethische sneakers Veja

Zij zijn al goed bezig

Ook bedrijven, overheden en organisaties kunnen een belangrijke bijdrage leveren door de kaart van eerlijke kledij te trekken. 

In de 251 Belgische FairTradeGemeentes wijzen vrijwilligers de jeugdverenigingen, sportclubs, scholen en lokale besturen op de mogelijkheid om fairtradegecertificeerde uniformen, sport- en werkkledij te kiezen.

Deze gemeentebesturen geven al het goede voorbeeld:

  • Gent stelde samen met VVSG een toolbox op voor sociaal verantwoorde werkkledij. Die vormt een leidraad voor de eigen aankopen, maar ook voor andere steden en gemeenten die werk willen maken van een duurzaam aankoopbeleid. 
  • Sint-Niklaas: fairtrade-t-shirts voor het stadspersoneel.
  • Herent: Ecolife ondersteunt sportclubs en scholen om ethische sportkledij te kopen.
  • Brugge: eerlijke uniformen voor de schoonmaakploeg, de arbeiders en het museumpersoneel.
  • Jette biedt het gemeentepersoneel de grootste variëteit en hoeveelheid fairtradeproducten aan in het Brussels gewest, waaronder ook ethische T-shirts voor alle jeugdkampen. De gemeente won daardoor de award Best Fair Buyer 2022.

Hoe herken je fair fashion tijdens het shoppen?

De meeste algemene fairtradecertificeringen hebben ook standaarden voor textiel. Daarnaast zijn er labels die zich specifiek op textiel richten. Labelinfo geeft een overzicht van de labels en certificeringen die aangeven dat een product ethisch is. En ook Flanders DC bundelt de relevante certificeringssystemen. Alle labels leggen hun eigen klemtonen en hebben dus hun pro’s en contra’s.

Achterhalen of een kledingstuk in koosjere omstandigheden gemaakt is, ligt minder voor de hand dan bij bijvoorbeeld een reep chocolade. Niet alle fabrikanten verwijzen op hun kledingetiketten naar de certificeringen die ze hebben. Soms is ook maar een deel van hun productieketen gecertificeerd. De websites van de merken bieden vaak soelaas: een merk dat het echt meent met eerlijke productie, praat hierover op z’n site.

Wie geen zin of tijd heeft om zelf het doen en laten van de merken uit te pluizen, kan zich laten inspireren door kenners:

  • COSH! is een webplatform dat consumenten helpt om offline hun weg te vinden naar duurzame kledij in hun persoonlijke smaak.
  • B.Right begeleidt mensen om hun eigen duurzame kledingstijl te vinden. Eerst in hun eigen kleerkast, dan pas door te shoppen.
  • Good on you screent merken over de hele wereld op hun duurzaamheid.
  • Fairtrade Belgium lijst door Fairtrade gecertificeerde Belgische textielmerken op.
#whomademyclothes

Waar koop je fair fashion?

  • Brussel: Visit Brussels zette ethische shoppingadressen op een rijtje.
  • Mechelen: de Onze Lieve Vrouwestraat is de eerste fairtradewinkelstraat van het land.
  • Gent: Gent Fair Trade, een samenwerking tussen Stad Gent en de Gentse Oxfam-Wereldwinkels, stippelde kant-en-klare Fair Trade Walks uit. Het heeft ook een app om je eigen route te plannen. 
  • Brugge: Stad Brugge en COSH! ontwikkelden samen een shoppingkaart met ethische en tweedehandswinkels.
  • Leuven: FairTradeGemeente Leuven stelde een lijst op van winkels waar je duurzame kleren vindt.
  • Antwerpen: B.Right leidt shoppers langs duurzame winkels tijdens een Fashion Walk.
  • Hasselt: raadpleeg het stadsplan met 50 duurzame initiatieven.

In veel andere gemeenten heeft de Oxfam-Wereldwinkel een aanbod faire kledij en vooral accessoires (lederwaren, juwelen, sjaals).

Waar beleef je fair fashion tijdens de Week van de Fair Trade?

Van 5 tot 15 oktober staat fair trade in het hele land in de schijnwerpers. Traditioneel horen daar tientallen evenementen, workshops, lezingen … bij. Ook fair & ethical fashion krijgen daarin een plaats.

  • M-Fair

    Op 9 oktober staat Mechelen weer helemaal in teken van fair fashion met de jaarlijkse M-Fair (markt, modeshow, workshops). Dit jaar ligt de focus op Afrikaans textiel met de tentoonstelling ‘Pagne Africain’ die een dwarsdoorsnede biedt van de textielculturen van het Afrikaanse continent en met een panelgesprek onder leiding van Stella Nyanchama Okemwa.

  • Tot op de vezel

    FairTradeGemeente Kortrijk roept scholen en verenigingen op om afgedankte kledij in te zamelen. Al deze lappen stof worden aan mekaar genaaid tot 1 groot lappendeken dat tijdens een slotevent op 8 oktober wordt tentoongespreid in het centrum om aandacht te vragen voor de uitwassen van de fast fashion.

  • Be Fair! Be Party!

    Femimain – het sociaal economieproject van Pianofabriek vzw – wordt 15 jaar. En dat wordt in Sint-Gillis gevierd met verschillende workshops rond de traditionele producten en technieken uit het gamma van Femimain en met een slowfashion modeshow door ontwerpster Samira Chaoui.

Het volledige programma met activiteiten is te vinden via de kalender.